Afgelopen
zaterdag was de presentatie van mijn historische (jeugd)roman Kate, een moment
waar ik wekenlang naar uit heb gekeken. De presentatie was geweldig! Een mooi
versierde zaal vol met groene ballonnen, posters van Ierland en van Kate, Ierse
muziek, veel van de bezoekers ook in het groen gekleed en lovende woorden van
de uitgever. Maar het allermooiste vond ik de stapel met exemplaren van Kate.
Daar lag mijn boek. Een echt boek. Een echt, écht boek.
Al die
tijd dat ik aan Kate werkte, was het niet meer dan een verhaal, een groeiende stapel
A-tjes. En steeds had ik in mijn achterhoofd wat ik te horen kreeg, voordat ik
begon met schrijven. ‘Er is geen markt voor historische romans. Je kunt beter
wat anders schrijven’. Maar ik heb soms de neiging lichtelijk eigenwijs te zijn
en ik wilde het verhaal van Kate erg graag vertellen, dus schreef ik het boek toch.
En toen bleken er opeens vier (!) uitgevers geïnteresseerd. Dat leek wel een
droom. Een heel mooie droom, maar steeds
was ik bang dat die droom uiteen zou spatten. Dat er op een dag een telefoontje
zou komen of een mailtje: ‘Haha, grapje, we gaan je verhaal toch maar niet
uitgeven.’
Maar op
de presentatie lag daar die hele stapel Kates en stonden er mensen voor mij en
mijn boek in de rij. Een droom was uitgekomen!
Na de
presentatie kwam er een groep vrienden en familie hier eten. We aten colcannon
en appelpratie, om echt in Ierse sferen te blijven. Toen de laatste gasten
vertrokken, rolde ik doodmoe mijn bed in. De volgende dag zou ik alle rommel
wel opruimen.
Maar het
liep anders. Om drie uur ’s nachts werd mijn tweejarige dochter wakker. Ze
wilde graag een verhaaltje en ik las haar voor. Daarna sliep ze weer heerlijk
verder.
Zelf kon ik
niet meteen slapen, dus wilde ik een kopje thee zetten. Het eerste wat ik zag
toen ik beneden kwam, was een exemplaar van Kate dat mijn trotse man
pontificaal bovenop de kast had gezet. Maar daarnaast stonden vijf kartonnen
dozen, waar boeken in hadden gezeten of nog zaten, een krat met slingers, Ierse
koekjes en snoepjes, een ballonnenpomp, cadeautjes en nog veel meer. Op de
grond stonden grote bossen bloemen nog in emmers water en de speelhoek was
bezaaid met tientallen groene ballonnen. In de keuken stuitte ik op de
restanten van een colcannonmaaltijd van twaalf personen.
Er leek
wel een bom ontploft! En ik moest het allemaal op gaan ruimen. Nee, Kate is
beslist geen droom!